stoere taarten

Eerlijk gezegd vind ik dat eigenlijk ook, maar dan in de goede zin van het woord. Het is lekker getut met mooie spulletjes; vormpjes, uitstekertjes, kaarsen, bakblikken in alle vormen en maten. Ik heb een oranje KitchenAid en ik vergeet nooit de blik op het gezicht van de boodschappenbezorger toen ik de voordeur opendeed in mijn – in Barcelona gekochte – oranje met witte stippen flamenco ovenshort.

Lekker tuttig, in de zin van huiselijk en gezellig. Koken voor vrienden, taarten maken voor de verjaardagen van hun kinderen. Dat past juist wél bij mij. Misschien is het stiekem wel andersom: wat gek dat jij als taartenbakster van voetbal en verre reizen houdt…

Maar door zijn opmerking ging ik er natuurlijk toch over nadenken, want stoer klinkt nou eenmaal spannender dan tuttig. En op forums, websites en taartenbeurzen zie ik wel een beetje wat m’n collega bedoelde. Lichtelijk tuttig is het wel, die taartenbakwereld. Ik lees veel ‘geforum’ over de beste manier om cake te bakken en icing te bewaren, veel complimenten over elkaars taarten. Ik zie gefrut met marsepein en fondant om baby’tjes, bloemetjes en engeltjes te fabriceren, malletjes om rozenblaadjes uit te peuteren die na een hoop gedoe samen een roosje moeten vormen en veel, heel veel bloemige taarten in pasteltinten.

Maar dat geforum leidt tot nuttige tips en betere taarten. Met dat gefrut worden taarten gemaakt waar andere mensen heel blij van worden, en van die bloemige taarten in pastel word ik stiekem toch vaak heel vrolijk. En vergeet niet dat bijna alle taartenbaksters er een gezin en baan op na houden en zich dus vaak op de onmogelijkste uren het schompes werken. En dat vind ik best stoer.

Bovendien, zo houd ik mezelf ­– en die mannelijke collega natuurlijk – voor: als je doet wat je het liefste doet, is dat altijd stoer. Ook als ik in mijn flamenco-schort met mijn drie maten hartjesvormpjes roze marsepein sta uit te steken voor de verjaardagstaart van een klein meisje.