1Draai de taart om, zodat de strakke onderkant de bovenkant wordt. Snijd de taart horizontaal door in meerdere lagen. Bepaal zelf hoeveel lagen vulling in de taart komen
2Zet cocktailprikkers in de al doorgesneden lagen, zodat je ze straks weer precies recht boven elkaar kunt zetten.
3Leg de onderste plak taart op de grote onderplaat en breng een eerste laag vulling aan. Leg vervolgens de volgende plak er bovenop en breng ook hier weer een laag vulling op aan. Ga zo door tot de bovenste plak
4Smeer met een spatel de zijkanten en bovenkant in met botercrème. Je hoeft geen dikke laag te gebruiken. Als het maar mooi glad en plakkerig is.
5Rol voldoende marsepein of fondant uit. Bekleed de taart.
6Druk voorzichtig de marsepein aan tot de onderkant van de taart en snijd dan de resten weg.
7Wanneer je twee taarten op elkaar wilt stapelen, voorkom je met deuvels dat de bovenste taart in de andere zakt. Het meest voedselveilig zijn deuvels die je kunt eten. Druk de chocoladestick rechtop in de taart. Kerf met een mes een streepje om de juiste maat aan te geven en haal dan de chocoladestick er weer uit.
8Maak nu alle sticks even lang.
9Druk de sticks nu allemaal, regelmatig verdeeld over het oppervlak van de kleine taart, in de grote, onderste taart. Nu kan de kleine taart op de grote staan, zonder dat die inzakt onder het gewicht.
Nodig: broodmes of taartzaag, 1 onderplaat of schaal groter dan de grootste taart, 1 onderplaat even groot als de kleinste taart*, spatel of paletmes.
*Deze extra spullen heb je alleen nodig bij een stapeltaart.